Ventilatie- en afzuigsysteem
Ventilatie aggregaat
Beschrijving van de werking en de opstelling van het kazemat ventilatie aggregaat
1. Optredende roken en gassen.
Tijdens het vuren met de mitrailleur ontstaat er op drie plaatsen schadelijke roken en gassen. Dit gebeurd bij:
•
De mondingstrechter van het wapen;
•
De opende kamer en de warm wordende omgeving van het sluitstuk waardoor smeerolie verbrandt;
•
De uitgeworpen hulzen, waaruit nog enige tijd kruitdampen vrijkomen.
Van de uit de mondingstrechter vrijkomende roken en gassen word bij een moderne gevechtsdekking geen hinder
ondervonden daar deze onmiddellijk in de buitenlucht oplossen. Bij oudere kazematten ontsnappen deze roken en gassen in de
schietsleuf, waardoor het uitzicht kan worden belemmerd. De onder de ander twee punten benoemde roken en gassen
ontstaan in de gevechtsruimte en veroorzaken ernstige overlas zoals zichtbelemmering, en de prikkelende werking op
slijmvliezen door het hoge C.O. gehalte.
2. Doel.
Het doel van de kazemat ventilatie aggregaat is 2-ledig:
•
Het afzuigen van de in de kazemat ontstane roken en gassen zo dicht mogelijk bij de bron;
•
Het inblazen van aangezogen buitenlucht in de kazemat die eventueel gezuiverd kan worden van strijdgassen. Dit in een
zodanige hoeveelheid dat een lichte overdruk ontstaat waardoor door mogelijke lekkages bij de deur en of schietgat geen
strijdgassen naar binnen kunnen dringen.
Uit testen is gebleken dat de atmosfeer gedurende 20 minuten volkomen zuiver blijft en geen verdere beveiliging tegen C.O.
(aansluiting van de bediening op het luchtleidingen, enz) noodzakelijk is. Door de collectieve bestrijding tegen strijdgassen
behoeft onder normale gevechtsomstandigheden de bedoening het gasmasker niet in de beschermingsstelling te dragen.
3. Werking van het aggregaat.
Op een voetplaat is gemonteerd een verticaal staand stalen frame (A). In dit frame is een gelagerde ventilator-as gemonteerd,
met aan beide uiteinde een ventilator (in huis). Deze ventilator-as wordt aangedreven door een zwengel (B) met behulp van
een tandwiel transmissie die in het stalen frame opgenomen is. De aan de achterzijde van het aggregaat geplaatste aanzuig-
ventilator (L) kan op twee manieren buitenlucht aanzuigen en in de gevechtsruimte blazen door de uitblaas opening voor
verse lucht (M). Indien de buitenlucht bezwangerd is met strijdgassen, is de plugkraan (H) gesloten (horizontale stand van
de handgreep). De buitenlucht wordt dan aangezogen door de buis (F) en verdeeld over over beide buizen (I), en word
vandaar door 2 rijen van 6 parallel gemonteerde vullingsbussen (N) gezogen naar de middenkolom (P), die is aangesloten op
de aanzuig opening van ventilator (L). Op deze manier kan bij 60 zwengel omwentelingen per minuut, 58,8m
3
lucht per uur
in de kazemat worden geblazen. Indien de aangezogen buitenlucht niet van strijdgassen behoeft te worden gezuiverd, kan de
weerstand in de vullingsbussen worden vermeden door plugkraan (H), in de kortsluitleiding (G) te openen (verticale stand
van de handgreep), waarna de lucht rechtstreeks uit de leiding (F) naar de midden kolom (P) kan stromen. Bij eenzelfde
aantal omwentelingen wordt dan 103m
3
lucht per uur ingeblazen.
De geschiedenis van de in de dertiger jaren van de twintigste eeuw gebouwde
kazematten op de westelijke Maasoever tussen Katwijk en Oeffelt.
Aan de voorzijde van het aggregaat zit de afzuig-ventilator (C).
Tegen de aansluitflens (D) van deze ventilator wordt de vloerleiding (Q), welke leiding zich terzijde van het wapen vertakt.
Één vertakking wordt door middel van een 2” flexibele slang verbonden aan een afzuigkapje (S) boven het sluitstuk van de
mitrailleur, de andere vertakking door middel van een 2” flexibele slang aan de hulzenbus (T).
De rokende hulzen worden door een flexibele 3” slang die aan het wapen bevestigd is naar de hulzenbus afgevoerd.
(Een tweede hulzenbus was aanwezig om een volle hulzenbus te vervangen indien deze geleegd moest worden. De deksel is
door middel van snelsluitingen aan de hulzenbus bevestigd.)
De in de hulzenbus ontwikkelde rook wordt afgezogen door de afvoerleiding (Q), die tevens de boven het wapen
vrijkomende rook afzuigt door het afzuigkapje
1
. Deze afgezogen rook en gassen worden door ventilator (C) in de leiding (E)
naar buiten geblazen. De luchtverplaatsing van deze ventilator bedraagt bij 60 zwengel omwentelingen p.m. 55m
3
per uur.
Mocht het in verband met het handhaven van overdruk in de kazemat gewenst zijn de afzuiging enigszins te beperken, dan
kan dit door middel van de draaiklep (R) in de afvoerleiding (Q). Normaliter staat deze geheel open, slechts bij gasaanvallen,
terwijl weinig wordt gevuurd (dus weinig rookontwikkeling die moet worden afgezogen) verdiend het de aanbeveling
draaiklep (R) enigszins te sluiten.
1
Normaal dient de uitmonding van de aanzuigbuis in het afzuigkapje voor ¾ gedeelte van het profiel te worden afgesloten
door middel van een conisch bewerkte houten stop. In deze houten stop is een sector vormig gedeelte onder een hoek van
90
0
weggesneden.
De 12 in het ventilatie aggregaat te plaatsen filterbussen dienen zo lang mogelijk gesloten te worden bewaard in de
kazemat. Pas bij een onmiddellijk dreigende aanval dienen ze te worden aangebracht. De vullingsbussen moeten daarvoor
ontdaan worden van de schroefdoppen en kapsels, vervolgens moeten de 4 vleugelmoeren (K) geheel los worden
geschroefd, waarna de beide buizen (I) enigszins nar buiten kunnen worden getrokken. Hierdoor ontstaat voldoende
ruimte om de vullingsbussen met het rubber ventiel aan de kant van de middenkolom te plaatsen. De onderste
vullingsbussen worden als eerste geplaatst. Nadat aan een zijde alle 6 de vullingbussen zijn aangebracht worden de beide
vleugelmoeren (K) aan die zijde eenige slagen aangedraaid. Na controle van alle vullingbussen of deze aan beide zijde
correct aansluiten, worden de vleugelmoeren (K) geheel aangedraaid.
Indien de kazemat niet bezet is moeten de doppen op de 3” buizen gemonteerd zijn. De doppen op de 1” buizen blijven
opgeschroefd, tenzij de leidingen moeten worden leeggepompt.
Het ventilatie aggregaat werd in samenwerking tussen de Genie en de Machine-en Ventilatorenfabriek H.T. Kiekens
vervaardigd. Na geslaagde beproeving in 1937 in een gietstalen mitrailleur kazemat op Texel en in 1938 in een imitatie-
gewapend beton- kazemat in de legerplaats te Oldebroek werd tot aanschaf overgegaan.
Om in vredestijd te kunnen ventileren en of schietoefeningen te houden dienen de openingen in de middenkolom te
worden afgesloten. Door de openingen wordt anders de lucht uit de kazemat aangezogen waardoor deze circuleert en niet
wordt ververst. Om dit te voorkomen worden per aggregaat 12 houten proppen geleverd die in plaats van de
vullingsbussen worden aangebracht. Daarna kan met geopende plugkraan (H) buitenlucht worden aangezogen en in de
kazemat worden geblazen. Uiteraard moeten hiervoor eerst de afsluitdoppen op de uiteinden van de 3” aanzuig- en
uitlaatleidingen op de bovenkant van de kazemat worden afgeschroefd. Indien tijdens het ventileren door klokkende
geluiden of anderszins blijken dat er water in deze leidingen zit, dan kan dit er worden uitgepompt door middel van de
twee eveneens op de kazemat uitmondende 1” zuigbuizen.
Privécollectie Hein Veld
1”
1”
3”
3”