De geschiedenis van de in de dertiger jaren van de twintigste eeuw gebouwde kazematten op de westelijke Maasoever tussen Katwijk en Oeffelt.
Standhouden

74 S

Model : S (3a) (stekelvarken) Ontwerp : Centraal Inundatie en Technisch Bureau (15-04-1939) Tekening nummer : 1423/tG Gebouwd door : N.V Bataafsche Aanneming-Maatschappij Bouwjaar : 1939 Schietrichting : Frontaal en flankerend Schootsveld : 190· (70· overlap per schietgat) Weerstandvermogen : W.12-15 Muurdikte dak / front : 0,8m / 1m gewapend beton Bewapening : Mitrailleur M.20 Bezetting : 3 man - schutter, helper en groepscommandant Kosten (ongeveer) : 2.500 gulden (1.465 euro) Rijksmonument nummer : Coördinaten : 51.680530 N 5.962497 E Bijzonderheden : Tijdens de Maas verlegging (ca. 1978) gesloopt
1939 Nadat het besluit tot het vormen van een doorlopende weerstandslijn genomen was, werd in het begin van 1939 een bedrag van 10 miljoen gulden (4,53 miljoen euro) ter beschikking gesteld voor het bouwen van voldoende kazematten, om alle mitrailleurs in de linie onder te brengen. In maart volgde de verkenning van de bouwplaatsen, begin juni werd met de bouw begonnen. Volgens het opgemaakte werkplan waren de kazematten aan de Maas op 1 september 1939 gereed, de afwerking ervan moest nog gebeuren. Het ontwerp van deze kazematten bestaat uit vier typen met verschillende varianten: De gietstalen G-kazemat (35 varianten); De flankerend B-kazemat (5 varianten); De frontaal en flankerend S-kazemat (4 varianten); De SWZ S-kazemat voor zware mitrailleur (3 varianten). De gewapend betonnen kazemat 74 van het type S(3a) met achterin- /uitgang is een lichte, eenvoudige en in vergelijking met de andere type kazematten goedkope gevechtsopstelling met 3 schietgaten, welke tezamen een schootsveld van 190° hadden. Deze grote schietgaten om in drie richtingen zowel frontaal als flankerend vuur af te geven vormde een zeer kwetsbaar punt. Tegen geweer-, mitrailleren en 2 cm-patronen werden ze beschermd door middel van stalen schietgatblinden van 2 cm dikte. (pantserprojectielen doorboorden deze platen gemakkelijk.) De S(3a) kazematten werden vanwege de vele uit het beton stekende (maskerings)haken ook wel "stekelvarken" of "spinnenkop" genoemd. Om de kazematten te maskeren werden verschillende technieken toegepast. De muren van de 74 S waren bekleed met horden en onder het rijshout in een kleur geschilderd. Beplanting moest de camouflage compleet maken. In mei 1940 was de maskering van veel kazematten echter nog niet gereed, ook de telefoonverbinding was nog niet aangebracht.
Kazemat 74 S
Stekelvarken 74 Lichte gevechtsopstelling voor lichte mitrailleur