95 S
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Model
: S (3a) (stekelvarken, bijnaam spinnekop)
Ontwerp
: Centraal Inundatie en Technisch Bureau (15 april 1939)
Tekening nummer
: 1423/tG
Gebouwd door
: N.V Bataafsche Aanneming-Maatschappij
Bouwjaar
: 1939
Schietrichting
: Frontaal en flankerend
Schootsveld
: 190· (70· overlap per schietgat)
Weerstandvermogen
: W.12-15
Muurdikte dak / front
: 0,8m / 1m gewapend beton
Bewapening
: Mitrailleur M.20
Bezetting
: 3 man - schutter, helper en groepscommandant
Kosten
(ongeveer)
: 2.500 gulden (1.465 euro)
Rijksmonument nummer
:
Coördinaten
: 51.718603 N
5.897134 E
Bijzonderheden
: In 1998 overgeplaatst naar het Oorlogsmuseum Overloon.
10 mei 1940
Reserve 1
e
Luitenant C.A. van Klinkenberg was Compagnie Commandant
Verslag Sergeant F.A. van Liempt:
>>”.... Het artillerievuur werd geopend nadat we ongeveer een uur heen en weer hadden geschoten. Overal angstige
gezichten. Het was een lawaai dat horen en zien je verging. Kazemat na kazemat werd buiten gevecht gesteld. Het begon bij
kazemat 90 en zo vervolgens op onze stelling, artillerie-granaten en mortieren vlogen over ons heen. Toen plotseling een
geweldige knal; onze kazemat was getroffen. De stukken vlogen om ons heen. Maar onze groep was nog intact.
Het was alles behalve prettig; we hadden allemaal onze eigen gedachten. Maar ondertussen werd er zwaar gevuurd
vanjewelste. Ik gaf opdracht geen onnodige munitie te verspillen. In order sergeant, was het laatste woord wat ik van onze
kazemat gekregen heb. Nog geen 10 minuten later kwam er een voltreffer door het rechter schietgat en maakte een einde aan
het leven van drie dappere soldaten, waar je ruim 12 maanden lief en leed mee gedeeld hebt; totaal verbrijzeld, Dit was om
8:30 uur. Ik heb toen mijn put weer betrokken en aan de overige soldaten - om hen niet van streek te maken - gezegd dat de
mitrailleur onklaar was geraakt en dat we verder op onze geweren moesten vertrouwen. Na een uur schoten ze de borstwering
(een ijzeren plaat) van mijn kameraad naast mij weg.
Die plaat kwam juist in zijn put terecht. Gelukkig viel het mee want even later hoorde ik hem alweer roepen: “Hoe gaat het
met jouw sergeant?”....Ineens was alles - of het was afgesproken - muisstil.....<<
In de Rode Kruispost probeert men alles zo goed als mogelijk in de gaten te houden. Dan komt er die voltreffer op 95
S...Soldaat Jan Bavinck wil er naar toe.
Hij weet niet dat alle hulp voor de 95 S al te laat is. Onderweg naar zijn kameraden wordt hij dodelijk getroffen. Voor hem is
de oorlog na 5 uur voorgoed afgelopen...
Lijst gesneuvelden 95 S
Soldaat
M. van 't Geloof uit Ouddorp (31 jaar)
Korporaal
A.J. Jacobs uit Helmond (28 jaar)
Soldaat
J. Poppeliers uit Valkenswaard (35 jaar)
iets veder lag het lichaam van Hospitaal soldaat J. Bavinck geboren te Breda (24 jaar) onderweg naar 95 S om zijn kameraden
te helpen.
Privécollectie Hein Veld
Privécollectie Hein Veld
Op de linker foto de 95 S in aanbouw, op de rechter foto enkele soldaten van de 1e Compagnie, 2e Bataljon, 26ste Regiment
Infanterie voor het woonhuis met café en smederij van de familie J.A. Lemmens.
1988
In het kader van de rivierdijkversterking moest de circa 100ton wegende kazemat 95 S uit de dijk van St. Agatha worden
verwijderd. In het verleden waren eerdere pogingen om een vergelijkbare kazemat naar het Oorlogsmuseum Overloon te
verplaatsen gestaakt vanwege de slechte bereikbaarheid en het hoge gewicht. Kazemat 95 S was wel goed bereikbaar!
Aangezien het bestuur van het waterschap het behoud van het Nederland cultureel erfgoed van groot belang acht en de sloop
van deze kazemat derhalve als slechtste optie beschouwde, werd onderzocht of verplaatsen nu wel haalbaar zou kunnen zijn.
Door het waterschap de Maaskant, Oorlogsmuseum Overloon en de Koninklijke Landmacht (de Genie) werden de handen in
een geslagen om een poging te ondernemen om deze kazemat te kunnen behouden. In samenspraak met Jozef Hermans BV
uit Venlo, een bedrijf gespecialiseerd is in Zwaar Transport, is de wijze van verplaatsen nader uitgewerkt. Ook de Koninklijke
Landmacht, het Oorlogsmuseum Overloon en de medewerkers van het waterschap verlenen hun inzet van mensen en
materieel geheel kosteloos. Het waterschap de Maaskant droeg alle directe kosten van de verplaatsing.
Uitvoering
1e fase, week van 7 tot 11 juli 1998
Door het waterschap is de kazemat rondom vrij gegraven
De Genie heeft de kazemat geopend en alle puin er uit geschept. Ook heeft men de ondergrondse betonnen schermwanden
verwijderd.
Door het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum en de Genie wordt in Overloon de nieuwe locatie voor de kazemat in
gereedheid gebracht.
Gaten zijn in het dak van de kazemat geboord om de hijsinrichting te kunnen bevestigen.
2e fase, dinsdag 15 juli
De gemeente Cuijk heeft voor de benodigde wegafzettingen gezorgd.
De Genie zorgt voor de energie voorziening.
Het waterschap verricht aanvullende grondwerkzaamheden.
De portaalkranen zijn door Hermans aangevoerd en worden opgebouwd.
De kazemat wordt met zware kettingen die door de gaten in het dak van de kazemat lopen in de hefinstallatie bevestigd.
3e fase, woensdag 16 juli
De kazemat wordt opgetild en middels het verrollen van de loopkatten op een dieplader geplaatst.
De dieplader gaat over de weg naar het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon.
Hermans breekt de portaalkraan af en vervoert deze naar Overloon waar men start met de opbouw van de portaalkraan.
4e fase, donderdag 17 juli
Na dat de opbouw van de portaalkranen is voltooid en de kazemat is bevestigd kan deze van de dieplader worden gelost.
Zodra de kazemat op zijn definitieve plaats staat wordt de hefinstallatie afgebroken en afgevoerd.
2002
De kleindochter van soldaat Poppeliers uit Valkenswaard meld zich bij de directie van Oorlogsmuseum Overloon met het
voorstel om op de kazemat een door de familie poppeliers te schenken plaquette aan te brengen ter nagedachtenis aan de drie
gesneuvelden.
2003
Op zondag 23 februari onthulde de jongste dochter van soldaat poppeliers het herinneringsplaquette op de kazemat in
aanwezigheid van nabestaanden, oud-strijders en vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van Cuijk en Valkenswaard.
1942
In de lente van 1942 begon Duitsland een gebrek aan staal te krijgen voor de oorlogsindustrie. Schietblinden en deuren
worden naar Duitsland afgevoerd.
1939
Nadat het besluit tot het vormen van een doorlopende weerstandslijn genomen was, werd begin 1939 een bedrag van 10
miljoen gulden (4,53 miljoen euro) ter beschikking gesteld voor het bouwen van kazematten, om de mitrailleurs in de linie
onder te brengen.
Het ontwerp van deze kazematten bestaat uit vier typen met verschillende varianten:
•
De gietstalen G-kazemat (35 varianten);
•
De flankerend B-kazemat (5 varianten);
•
De frontaal en flankerend S-kazemat (4 varianten);
•
De SWZ S-kazemat voor zware mitrailleur (3 varianten).
De gewapend betonnen kazemat 95 van het type S(3a) met achterin- /uitgang is een lichte, eenvoudige en in vergelijking met
de andere type kazematten goedkope gevechtsopstelling met 3 schietgaten, welke tezamen een schootsveld van 190° hadden.
Deze grote schietgaten om in drie richtingen zowel frontaal als flankerend vuur af te geven vormde een zeer kwetsbaar punt.
Tegen geweer-, mitrailleren en 2 cm-patronen werden ze beschermd door middel van stalen schietgatblinden van 2 cm dikte.
(pantserprojectielen doorboorden deze platen gemakkelijk.) De S(3a) kazematten werden vanwege de vele uit het beton
stekende (maskerings)haken ook wel "stekelvarken" of "spinnenkop" genoemd.
Maart
Na de verkenning van de bouwplaatsen vindt er op 9 maart een gesprek plaats tussen Kapitein der Genie J.J.A. de Ridder en
de Dijkgraaf van het Waterschap de Maaskant. Naar aanleiding van dit gesprek stuurt Luitenant-kolonel, groepscommandant
Maas-Noord, G. Land op 16 maart een brief naar het Waterschap de Maaskant met het verzoek voor een voorlopige gunning
voor het bouwen van 19 kazematten in de Maasdijk tussen St. Agatha en Katwijk. Deze kazematten zijn deels ontworpen in het
binnen-talud en deels in het buiten-talud van de dijk met een grondoppervlak van circa 4 bij 5 meter. Aangezien het de wens is
van de Minister van Defensie om zo spoedig mogelijk te starten met de werkzaamheden vraagt hij om een snelle afhandeling
hiervan. Hij belooft dat er volledig rekening zal worden gehouden met de adviezen van de Ingenieur van het Waterschap.
De 95 S was een van deze 19 kazematten.
Op 17 maart brengt IR R. ver Loren advies uit aan het Waterschap. Bezwaren tegen bouwwerken in dijken zijn als volgt
samengevat:
1.
Door bouw in het dijklichaam gegraven overgang tussen oude en nieuwe grond vormt een zwak punt in de dijk. Ook
geeft de nieuwe aanvulling de eerste jaren een verzwakking.
2.
Langs gebouwen wordt kwel geconcentreerd die een gevaarlijke overgang vormt.
3.
Er bestaat gevaar voor scheuren van muren en vloeren in de kelders waardoor de dijk gevaar loopt.
4.
De aanwezigheid van woningen bevordert vernielingen aan de dijk door belopen, de aanwezigheid van ratten en
pluimvee. Bovendien is de bouw van woningen op dijken in het algemeen een bezwaar voor het verkeer, bij eventuele
noodzakelijke werken of verhogingen.
Op 20 maart 1939 verleend de Dijkstoel (bestuurlijk lichaam Waterschap de Maaskant) de gevraagde ontheffing met de
opmerking dat artikel 2o, sub 1o, van het reglement op de waterkeringen in Noord-Brabant 1905 bepaalt:
“Tussen 15 oktober en 1 april mogen geen ontgravingen voor de uit te voeren werken in het lichaam van de
waterkering plaats hebben; zij moeten uiterlijk voor 15 oktober weer zijn aangevuld.”
Als gevolg van deze bepaling mag voor 1 april en na 15 oktober geen ontgravingen in het dijklichaam plaats vinden. Wat voor
Defensie betekend dat de kazematten voor 15 oktober van dat jaar gereed moeten zijn.
De waarnemend Hoofdingenieur Ir. W. Jos Rulkens van provinciale waterstaat van Noord-Brabant verzoek op 22 maart 1939
het Waterschap om het besluit alsnog op enkele punten te wijzigen. De uitdrukkelijke eis voor het heien van stalen damwand
kan de bouw van de kazematten maandenlang stilleggen als deze vanuit het buitenland moet worden aangevoerd. Hij stelt
voor om hiervoor in de voorwaarde op te nemen dat de kazematten zodanig worden gebouwd dat voorzieningen tegen
onderloopsnelheid en achterloopsnelheid worden getroffen volgens aanwijzingen van de Dijkstoel. De plannen moeten voor de
aanvang van de bouw eerst goedgekeurd worden, Ir. R. ver Loren kan zich hierin vinden.
Begin juni werd met de bouw begonnen. Volgens het opgemaakte werkplan waren de kazematten aan de Maas op 1
september 1939 gereed, de afwerking ervan moest nog gebeuren. Zo was bijvoorbeeld de telefoonverbinding nog niet
aangebracht.
Om de kazematten te maskeren werden verschillende technieken toegepast. 95 S werd als schaapskooi tegen de dijk
gecamoufleerd. Dit mocht echter weinig baten, al direct bij de Duitse inval bleek dat de Duitsers exact van de locatie op de
hoogte waren.
Maar voor de aangevraagde kazematten bouw is dit anders. Deze kazematten moeten op deze plaats worden gebouwd, het is
dus noodzakelijk om na te gaan of bovengenoemde bezwaren ondervangen kunnen worden.
De onder 1 & 2 genoemde bezwaren kunnen worden ondervangen door de bouw zodanig uit te voeren , dat geen nieuwe
aanvulling nodig is. Daarvoor moet dan wel de gehele bouwput met ijzeren damwand worden afgeheid. Hiertegen kan dan het
beton worden gestort. Het onder punt 3 genoemde bezwaar van scheuren is niet aanwezig, de kazematten zijn zo sterk en
zwaar dat ze geen verzwakking voor de dijk vormen. Ook het onder punt 4 genoemde bezwaar tegen woningbouw is hier niet
van toepassing. Daarentegen wordt door de bouw van de kazematten uiteraard het gevaar van vernieling van de dijk door
oorlogsgeweld aanzienlijk vergroot. Dit mag natuurlijk geen reden voor bezwaar zijn. De voornaamste bepalingen om op te
nemen in de ontheffing heeft IR R. ver Loren als concept bijgevoegd.
Deze werken in de dijk moeten echter nog wel eerst goedgekeurd worden door de Provincie.
Stekelvarken 95
Lichte gevechtsopstelling voor lichte mitrailleur
Om de kazemat 95 S te maskeren werd deze als schaapskooi tegen de dijk gecamoufleerd.
Restanten van deze camouflage zijn nog zichtbaar op de foto.
Bundesarchiv
Foto Bernhard Boghorst
De geschiedenis van de in de dertiger jaren van de twintigste eeuw gebouwde
kazematten op de westelijke Maasoever tussen Katwijk en Oeffelt.